Al een paar jaar geleden las ik twee boeken van Ciel van Sambeek. Boeken waarin vrouwen in hun eentje voor het moederschap kiezen. Geen hoogstaande literatuur, ik werd getriggerd door het thema.
Er zijn bij mijn weten nauwelijks tot geen (Nederlandse) romans die gaan over alleenstaande vrouwen en hun kinderwens. Dus: fijn dat het thema in deze boeken een plek kreeg, jammer dat er niet het fraaiste beeld van deze vrouwen wordt neergezet.
(en ken jij andere boeken, laat het me weten!)
In Stormvleugels rouwt Angélique (52) om het verlies van haar partner Paul. Haar ex-man Erik vangt haar op in zijn huis waar hij nu samen met zijn nieuwe partner Joost woont. Angélique en Erik hebben samen een dochter, Sarah. Deze dochter besluit in haar eentje moeder te worden.
Het verhaal is geschreven vanuit het perspectief van Angélique. Sarah komt lunchen bij haar moeder:
‘First things First,’ zegt ze uitdagend.
‘First things First? En dan?’
‘Dan een kind.’
‘Wat krijgen we nou?!’ roep ik uit.
‘Nu of nooit,’ is haar resolute antwoord.
‘Volgens mij heb je daarvoor nog steeds een man nodig Saar… dus?’
‘Záád heb je ervoor nodig mam, niet een man.’
Waar wil ze naartoe? denk ik.
‘Het zal even schrikken voor je zijn, maar ik heb het allemaal al bedacht. Kijk, ik ben bijna vijfendertig en als ik niet oppas krijg ik die eitjes van me nooit meer aan de praat. Ik bedoel, de kans op een zwangerschap neemt na je dertigste al behoorlijk af. Dus!’
‘Nou, wat dus?’
‘Saartje gaat actie ondernemen. Het project loopt goed, perfect timing du-hus.’ Dat laatste zegt ze bijna pinnig.
‘En jij denkt dat je na die donorregistratieplicht nog aan zaad kan komen? Schat, er is in Nederland geen donor meer te vinden die zijn zaad afstaat. Alle zaadbanken die in de jaren zeventig overliepen voor dertig gulden per ejaculaat, zijn leeg. Geen man die aan een vreemde mevrouw, wier kind het recht heeft om de identiteit van de vader te achterhalen, zijn zaad doneert. Die tijd is voorbij. Rot voor je, maar wáár.’
‘Ik heb al een donor, moes.’ Saar wendt haar blik van me af en begint aan haar nagels te pulken. Ik ruik onraad. Ze gaat me iets vertellen, ik voel het gewoon. Ik bereid me voor.
‘Joost,’ zegt ze.
‘Jóóst?’ gil ik. Mijn mond valt open. Nou ja! Het moet toch niet te gek worden. Jezus, in wat voor wereld leven we? Kan het nog gecompliceerder? Ik kijk Saar aan, en houd me in, hetgeen me verdomd moeilijk afgaat. Ze is gek geworden, denk ik.
‘Wat vind je ervan?’ vraagt Saar bedeesd.
‘Wat ik ervan vind? Als je een eerlijk antwoord wilt: absurd! Dát vind ik ervan. Saar je weet niet waar je aan begint. Joost wordt de man van je vader! Waar hebben we het over?!’
‘Dat zeg je nou wel, maar hij is ook gewoon een man! Een gezonde man, een intelligente man, een mooie man, en een redelijk jonge man. Een man met goed zaad mag je aannemen. We schelen tenslotte maar negen jaar.’
Vrouw kiest zaad, gaat er door me heen.
(Stormvleugels, pp. 156-157)
Zwanger worden van de partner van je vader lijkt mij een constructie die nogal wat haken en ogen heeft. Maar daarover wordt maar heel summier gesproken.
In het tweede boek van Van Sambeek, Bloed, zaad en tranen, wordt een nog beroerder beeld neergezet. Binnen het grote verhaal over het reilen en zeilen van een nieuw ziekenhuis, is er de verhaallijn van Eugenie die er met opzet mannen in luist om zwanger te raken. Een methode die ook wel bekend is als kroegbaby.
“Nu ik negenendertig ben, geef ik mezelf nog twee jaar de tijd voor het belangrijkste project van mijn leven. Het realiseren van een kind. […]
Het liefst gebruik ik bekend, of liever gezegd intelligent zaad bij het ontstaan van mijn kind. En enige prettige uiterlijke kenmerken lijken mij ook niet onbelangrijk. Het nadeel van de spermabank is dat je geen voorkeur kunt aangeven gebaseerd op het IQ van de donor. Je mag alleen aandringen op enkele fysieke kenmerken, zoals de lengte van de donor en de kleur van zijn haar en ogen. Slim zaad kun je dus niet bestellen.
Sinds wettelijk in de donorregistratieplicht is vastgelegd dat kinderen die via de spermabank zijn verwerkt, vanaf hun zestiende het recht hebben hun biologische vader te leren kennen, haken donoren massaal af.
Zaad is schaars geworden. Het beetje zaad dat in rietjes is opgeborgen in de vrieskisten van fertiliteitsklinieken is grotendeels gereserveerd voor ongewenst kinderloze echtparen en lesbische stellen. Alleenstaanden mogen achter in de KID-rij aansluiten. De wachtlijsten zijn eindeloos, maar ik heb me voor de zekerheid wel aangemeld. […]
Een paar vriendinnen zijn op de hoogte van mijn strijdplan. Ze vinden het immoreel om het zaad van een man zonder zijn medeweten te gebruiken voor de conceptie van mijn kind. Ze hebben natuurlijk gelijk, maar ik sta met de rug tegen de muur. Voorlopig denk ik: het doel heiligt de middelen en bovendien, wat niet weet, wat niet deert. […]
(Bloed, zaad en tranen, pp. 89-91)
Boeken:
- Ciel van Sambeek / Stormvleugels / Prometheus / 2006
- Van Sambeek / Bloed, zaad en tranen / Prometheus / 2010
Ken jij romans waarin het thema van alleenstaande vrouwen die het moederschap overwegen of ervoor kiezen voorkomen? Laat het me weten op Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.